Partager sur
Ook curatoren zijn dienaars van het recht
Wanneer en waarom werd de commissie opgericht?
“De commissie werd zo’n tien jaar geleden opgericht en diende als spreekbuis naar de overheid toe, om onduidelijkheden in de toen nieuwe faillissements wetgeving aan te kaarten. Daarnaast moest de commissie fungeren als overlegplatform tussen de Vlaamse curatoren. Dat was en ís noodzakelijk omdat aan elke rechtbank andere gewoonten en interpretaties bestaan van dezelfde wetgeving en uitvoeringsbesluiten.”
Waarmee houdt de commissie zich momenteel vooral bezig?
“De commissie heeft zich intensief gebogen over de gevolgen van de afschaffing van de btwvrijstelling voor advocaten. Doordat de centrale btwadminis tratie te weinig rekening had gehouden met de specifieke situatie voor advocaten die worden aangesteld in het kader van de zogenaamde koophandelsmandaten, zagen die zich geconfron teerd met tal van problemen. Het ging daarbij niet uitsluitend om curatoren, maar ook om gerechts mandatarissen, vereffenaars van vennootschappen, voorlopig bewindvoerders in vennootschappen en sekwesters over vennootschappen. Dankzij de inspanningen van de OVB werden duidelijke afspraken opgenomen in de Globale Beslissing nr. E.T. 126.564 van 18 juli 2014. De commissie volgt momenteel ook de praktische problemen op die kunnen rijzen in de relatie curatoroverheid, zoals bij fiscale en btwaangiftes. De meeste aandacht gaat echter naar het elektronisch faillissements dossier, ingevoerd sinds de Programmawet van 25 april 2014.”
Waarin ziet u concreet de meerwaarde van dat elektronisch dossier?
“In eerste instantie zullen de rechtbanken en de rechtercommissarissen er baat bij hebben. De opvolging en het beheer van faillissementen op de griffies gebeurt nu immers ongestructureerd en zonder behoorlijk ontwikkelde software. Curatoren zullen efficiënter kunnen communiceren met de griffie en de rechtercommissaris en eventueel ook met het parket, om dubbel werk te vermijden. Voor curatoren is het ook cruciaal dat de schuldeisers in de toekomst hun aangiftes van schuldvordering elektronisch indienen, zodat die onmiddellijk kunnen worden verwerkt. Op die manier zijn rechtbank, rechtercommissaris en curator tegelijk op de hoogte van zo’n aangifte. De werklast voor de curator vermindert daardoor aanzienlijk.”
Hoe verloopt de praktische uitwerking daarvan?
“Op basis van een Protocol dat werd onderhandeld tussen de FOD Justitie enerzijds en de OVB en AVOCATS.BE anderzijds is de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en het beheer van het platform toevertrouwd aan beide Ordes. De komende weken wordt dus nauw overlegd met alle actoren die het elektronisch faillissementsdossier zullen gebruiken. Ik denk daarbij minstens aan de (griffies van de) rechtbanken van koophandel, de rechterscommissa rissen en de curatoren, maar zeker ook aan schuldei sers en parketten. Er wordt een lastenboek geschre ven en de markt wordt bevraagd. De uitdaging is niet te onderschatten, maar bij alle partijen is de nodige goede wil aanwezig.”
Zijn curatoren niet te commercieel aangelegd om als ‘echte’ advocaten te kunnen gelden?
“Dat lijkt althans de overtuiging van sommige confraters. Binnen het geheel van de advocatuur neemt de curator weliswaar een eigen plaats in, maar zijn takenpakket verschilt niet noodzakelijk van dat van de ‘gewone’ advocaat. De curator heeft een specifieke opdracht en moet het debacle dat geleid heeft tot een faillissement naar best vermogen oplossen. Hij moet het actief niet alleen ‘realiseren’, maar ‘optimaal realiseren’. Een curator is een dienaar van het recht en rondt een dossier zo efficiënt mogelijk af, rekening houdend met ieders belangen. Daarin verschilt hij dus niet zo veel van een advocaat die een cliënt bijstaat en adviseert in procedures en onderhandelingen. Ook hij zal zijn commerciële en onderhandelingstechnieken aanwenden om tot een adequate oplossing te komen.”
Heeft die perceptie te maken met het feit dat curatoren tot op heden niet onder de normale beroepsaansprakelijkheidsverzekering vallen?
“Zeker! De huidige BAverzekering dekt immers niet de koophandelsmandaten en dat lijkt mij niet correct. De beroepsaansprakelijkheidsrisico’s van advocaten die hun beroep uitsluitend uitoefenen onder de dekking van de reguliere BApolis kunnen even groot, of zelfs groter zijn dan het risico van curatoren. Bovendien kan de vraag gesteld worden waarom advocaten die burgerlijke mandaten uitoefenen, zoals voorlopig bewindvoerders of curatoren over onbeheerde nalatenschappen, wel ressorteren onder de BApolis. Zeker met de zogenaamde ‘lege dozen faillissementen’ waar curatoren steeds meer mee geconfronteerd worden als gevolg van o.a. de WCOwetgeving, stellen we vast dat zij wel afzonderlijke premies moeten betalen die niet gerecupereerd kunnen worden en waarbij de risico’s allicht veel kleiner zijn dan de risico’s van een mandataris die wel geniet van de reguliere BAdekking.”
Wat zijn uw ambities voor de commissie?
“De hertekening van het gerechtelijk landschap heeft de organisatie van de rechtbanken van koophandel ingrijpend veranderd. Door nauw overleg tussen de commissie en de voorzitters van de rechtbanken van koophandel, wil ik een daadwerkelijke stroomlijning ontwikkelen in het beheer van de faillissementen en een uniforme wijze van begroting van de kosten en (bijzondere) erelonen van de curator. Ik wil vooral ook sneller inspelen op problemen en daarover overleg plegen met derden, om zo scenario’s als met BizTax (waar de verplichte elektronische aangifteformulieren volledig botsen met de realiteit van een faillissement, red.) te vermijden.”
Interview réalisée par Bart Coppein pour la revue Ad Rem de l'OVB (04/2014)
Ajouter un commentaire